Over de bijzonder kaft….

In deze Noord-Limburgse regio aan de Maas, zijn er eigenlijk maar twee plekken die er historisch echt uitspringen: De stad Gennep met zijn markt en de Vesting het Genneperhuis.

 

In deze middeleeuwse stad, omringd door grachten en de stromende Niers, met zijn zware wallen en zijn drie imposante toegangspoorten, vormt de markt een alledaags centrum. Van deze historische plaatsen en gebeurtenissen zijn in de loop der tijd talloze afbeeldingen gemaakt. Destijds in de vorm van kopergravures of koperetsen. Deze gravures worden veelal gemaakt naar tekeningen of schetsen op papier. Zulke gegraveerde afbeeldingen noemen wij prenten. Van iedere prent bestaan altijd meer afdrukken.

 

Zij hebben een grotere oplage en de prenten zijn dus in tegenstelling tot de tekeningen, niet uniek. Dergelijke prenten worden veel verzameld. Ook van Gennep met zijn vesting en geschiedenis, veldslagen en andere gebeurtenissen, bestaan zeer veel verschillenden. Wie kent niet de Gennep-prenten van Blaeu uit zijn beroemde ‘’Stedenatlas’’ van Nederland uit 1649.

Over de tekening op de omslag van dit boek

 

Het is geen snelle schets of een globale weergave, die nog uitgewerkt moet worden. Neen integendeel, het is een in alle opzichten volwaardige en zeer complete prachtige topografische tekening. Niet alleen van afmeting, maar zeker ook van de exacte uitwerking en buitengewone precisie. Geen tekening in alleen pen-penseel, en dat slechts in bruine of grijs. Maar een tekening-aquarel in nog goed intact gebleven kleuren.

 

Zulke tekeningen worden alleen afgeleverd door de allergrootsten. Dat wil in die tijd zeggen: Jan De Beijer. Zwitser van geboorte is deze Jan De Beijer, één van de allergrootste topografische tekenkunstenaars, die Nederland ooit gekend heeft. Als leerling van Cornelis Pronk, heeft hij talloze tekeningen gemaakt. Deze schetsen of tekeningen werden meestal naar de natuur gemaakt en met relevante notities opgeslagen in schetsboeken. Zijn opdrachtgevers- meestal uitgevers, maar soms ook rijkere particulieren, die een eigen ‘’atlasverzameling’’ beheerden- vroegen hem om in een bepaalde streek plaatsen te bezoeken om die af te beelden. Zo reisde hij in 1737 tot aan begin 1742 naar de Nederrijn en de Maasstreek. Hij bezocht en tekende vele steden, dorpen en buitenplaatsen in Oost-Brabant, Noord-Limburg en de Maas richting Maastricht.

 

De Beijer vertoefde vaker in deze streek omdat zijn familie een onderkomen had in Vierlingsbeek. Daar zal hij ongetwijfeld ook vaker als ongehuwde eenling gelogeerd hebben. De tekening is helaas niet gesigneerd en ook niet gedateerd. Ten aanzien van de toeschrijving aan Jan De Beijer, koester ik met andere autoriteiten en deskundigen (Johan Bosch van Rosenthal: Art Valuations en Karl & Faber) geen enkele twijfel. Voor wat betreft de datering zou ik de door anderen genoemde ontstaansdatum van 1758, willen vervroegen met enkele decennia.

 

Deze Gennepse tekening heeft gelijkenis met andere tekeningen in kleur, zoals “Markt te Boxmeer’’ (1741) en de “Markt te Goch’’ (1737), en past ook qua tijdsperiode beter in de reizen die hij destijds in deze regio gemaakt heeft. Daarom wil ik deze tekening plaatsen aan begin van de jaren 1740. Toen schetste hij immers ook het gezicht op Gennep vanuit de Maaskemp. Wellicht bestaat er ook een soortgelijke globalere schets van de markt met het stadhuis en is de hier besproken schitterende en nauwkeurige tekening een nadere uitwerking daarvan.

 

Dat komt vaker voor bij Jan De Beijer. Zie hiertoe een uitgave van de Stichting Historie Peel-Maas-Niersgebied, geschreven door Guido de Werd: ‘Jan De Beijer, tekeningen van Emmerik tot Roermond’ (tekeningen voor verzamelaars: pagina 23). Wat het precieze jaar van ontstaan is en wat exact de achtergrond van dit kunstwerk is, uitgewerkte schets of eenmalige tekening. Deze tekening is in ieder geval een fantastische originele afbeelding in kleur van een belangrijke locatie in het centrum van Gennep.

Theo Manders